Uit het cijnsboek van 1520 blijkt dat de cijnsplichtige de zus is van Dirk van Venloe, die we zijn tegengekomen bij het linker buurpand. Zij wordt aangeslagen voor een perceel van 20 voet (= 5,75 m), wat gelijk is aan de breedte van het huis inclusief één zijmuur. In het cijnsboek van 1573 wordt niets over het huis vermeld. Heeft dit te maken met de afsplitsing van het achtergedeelte aan de Smalle Haven, of vormde het toen één geheel met het linker buurpand? Aangezien het pand in 1938 gesloopt is, beschikken we alleen nog over een | 469 |
bouwdossiertekening en enkele oude foto's. Het was verdeeld in een hoog voorhuis en een lager achterhuis. Beide waren voorzien van een kelder, bereikbaar vanaf het achtererf. Het voorhuis telde drie bouwlagen met zolder. De zijmuren vertoonden bij de verdiepingen een verjonging, wat op een hoge ouderdom kan wijzen. De enkelvoudige balklagen en zogenaamde Philibertkapspanten hebben al in de 19de eeuw de oude houtconstructies vervangen. | 470 |
H. Kuijpers77. "De Toelast" anno 1724. Een toelast is een wijnmaat van drie tot zes aam groot. | 25 |
1821 | G. van Oorschot () bron |
1822 | Johannes Scheertoom (kuiper) |
1865 | J.C. de Swart (mr. broodbakker) |
1903 | H. Kuijpers (broodbakker) |
1908 | H.W.M. Kuijpers (brood- en beschuitbakker) - wed. H. Kuijpers-Peijnenburg |
1910 | H.W.M. Kuijpers (brood- en beschuitbakker) - wed. H. Kuijpers-Peijnenburg - B. Leussen (leeraar gymnasium) |
1928 | echtg. G. van Broekhuizen - L.J. Jordens - H.H.M. Kuijpers - wed. H.W.M. Kuijpers |